Fysica van ruimte-tijd, inleiding en samenvatting

Inl.1. De kaart en het gebied

Een belangrijke taak van de natuurkunde is het in kaart brengen van het gebied. Die kaart is, als elke kaart, abstract en wiskundig van aard. Kaarten zijn zeer nuttig. Echter de kaart is natuurlijk niet het gebied.
Op de kaart kan men statische dingen weergeven en hun vormen. Echter niet de dynamische relaties die tussen de dingen spelen. Relaties spelen in de leegte, zijn geen dingen. Relaties zijn ook onzichtbaar, slechts de partners zijn zichtbaar, of de indruk van relaties. Die relaties kan men alleen in het gebied ervaren.

Slechts de partners zijn zichtbaar.

Vergelijk het met muziek. Zelfs de mooiste melodie is te vatten in een reeks getallen, voor de frequenties, de tijdsduur van tonen en pauzes, de geluidssterkte of amplitude van de golven enzovoort. Voert men die getallen in een computer in, dan klinkt weer die mooie melodie. Is muziek alleen getallen?
Begrijpt men die getallen, dan begrijpt men nog niet de muziek. En omgekeerd, een muzikaal iemand hoeft niets van die getallen te weten. Muziek speelt in de relaties tussen de tonen, zoals tijd speelt tussen de gemeten tijd-stippen.
Begrijpen is dan voelen, sprakeloos voelen.

De natuurkunde van ruimte-tijd is geen wiskunde. Maar het is ook geen muziek. Deze verhandeling gaat over de interpretatie van de kaart, over de relatie tussen kaart en gebied, en dat is ook de relatie tussen subject en object of geest en lichaam.

Ik denk dat het echte probleem van de huidige fysica niet gelegen is in een gebrek aan kennis van de feiten. We kunnen steeds grotere deeltjesversnellers bouwen en dan nog meer cijfers meten. Maar die cijfers alleen zullen ons nooit de echte geheimen van de werkelijkheid onthullen, denk ik.

Volgens mij zijn die geheimen verborgen in de relaties tussen de meetbare feiten, welke relaties alleen maar kunnen worden gevoeld. Het veld van licht is zo'n relationeel fenomeen. Ons meten en zelfs ons begrijpen zijn ook zulke relationele fenomenen.

Inl.2. Samenvatting

In de relationele kijk op mens en werkelijkheid (zie de Relationele filosofie op deze website) blijkt dat de niet materiële relaties van zeer fundamenteel belang zijn. Denken we al die in de leegte spelende relationele fenomenen weg, dan verliezen de dingen en deeltjes in onze werkelijkheid al hun betekenis, zelfs hun afmeting, massa en grens.

Het veld van licht is hét relatieleggende fenomeen bij uitstek in de natuur. “In het begin was er licht“ is daarom de titel van hoofdstuk III.6 van de relationele filosofie.
De natuurkunde van ruimte-tijd gaat wat dieper in op dat elektromagnetische fenomeen licht.

Deel I gaat over afstand. Met afstand bedoelen we altijd ruimte en tijd in een, ruimte die tijd duurt. Door het onderscheid te zien tussen lengte en afstand, kunnen we een meer helder licht werpen op onder andere beide relativiteitstheorieën. Daarover gaat deel I van de natuurkunde van ruimte-tijd.

Licht, met name de eindige lichtsnelheid, drukken we uit in termen van ruimte per tijd, meters per seconde. En aangezien ons eindige licht de grondslag is van de gehele werkelijkheid , moet de natuurkunde die werkelijkheid kunnen beschrijven in uitsluitend termen van meters en seconden, en getallen natuurlijk ook.
Maatstaven als de gram en de coulomb zijn dan overbodig en daarover gaat deel II van de natuurkunde van ruimte-tijd.

De werkelijkheid als geometrie.

De werkelijkheid is dan geometrie, wiskunde, althans wat de kwantiteit ervan betreft.

Jan Helderman
eind 1999 - begin 2000
Fabiker.

Naar SiteMapVersie Fabc.nl
(als je deze pagina 'stand alone' ziet)