Einde economische groei

Car.

We zijn in het Westen gewend geraakt aan economische groei, met ups en downs weliswaar maar per saldo toch een voortdurende groei. En omdat we er aan gewend zijn, denken we vaak dat die groei door zal gaan in de komende eeuwen.
Maar dat is volgens mij niet zo en ik zal natuurlijk uitleggen waarom ik dat denk.

In de eerste plaats is het zo dat die economische groei van de voorbije eeuw niet los te zien valt van de technologische groei. Zonder die enorme technologische groei, zou ook de wereldeconomie een als het ware nog middeleeuws peil hebben gehad, met lokale ruilhandel als voornaamste bezigheid. Denk onze transport- en communicatie-technologie maar eens weg.
In de afgelopen eeuw, of paar eeuwen, is de ene na de andere nieuwe techniek ontdekt en natuurlijk in productie genomen en elke nieuwe technologie (de auto, de grasmaaier, de contactlens, de wasautomaat, de centrifuge, de kleuren-tv en in de laatste tien jaren vooral de pc) betekende meteen ook een extra economische groei. En zonder die technologische groei was er ook geen economische groei geweest, in elk geval niet in die mate maar veel minder.

Nu hebben al die technieken tot doel om een of andere menselijke handeling of bezigheid te veraangenamen of te vergemakkelijken. We willen ons verplaatsen, vervoeren, communiceren, wonen, slapen, wassen, het land bewerken, hout en andere materialen bewerken, koken, schrijven, tekenen, rekenen enzovoort. En elke techniek heeft tot doel een of meerdere van die menselijke handelingen makkelijker te maken of aangenamer, waartoe dan natuurlijk ook het ziek op bed liggen behoort.

Wat een eeuw geleden nog hand- en voetenwerk was, daar hebben we nu technieken voor. En dat is ook het enige doel van die technieken, ons leven makkelijker maken.
Dat geldt inmiddels voor bijna alle menselijke handelingen, lijkt mij. Nu we de pc hebben, geldt dat ook voor al onze geestelijke bezigheden. Probeert u eens een menselijke handeling te bedenken waarvoor nog geen technisch hulpmiddel bestaat? Dat is niet eenvoudig.

Dus die bron is in elk geval zo ongeveer op gedroogd. Onze technieken zijn hetzij vervoer- of transport-middelen, hetzij communicatie-middelen of bijvoorbeeld schoonmaak-werktuigen of landbouw-werktuigen of gereedschappen enzovoort. En voor alle mogelijke manieren van vervoer en transport hebben we nu technische hulpmiddelen, te land, over en onder water, door de lucht en door de ruimte. En dat geldt ook voor de manieren waarop we communiceren, per brief of met geluid of met beeld, langzaam of snel enzovoort. En ook voor alle manieren waarop je land kunt bewerken, of hout of staal, hebben we nu technische hulpmiddelen. Voor alle bewerkingen geldt dat we inmiddels zijn voorzien van het nodige technische hulpmiddel.

Dus om echt een geheel nieuw product te kunnen bedenken, moet je een nieuwe menselijke handeling bedenken. Maar die bron lijkt me op gedroogd, daar valt voor uitvinders niet veel meer te ontdekken.
Je kan hooguit nog proberen om bestaande technieken te verbeteren of alternatieven te bedenken voor bestaande technieken. Je zou een nieuwe automotor kunnen uitvinden, maar 'de motor' of 'de auto' of 'het vliegtuig' kan je niet meer uitvinden en evenmin het wiel, de boot, de zuiger en cilinder, de bout en moer, al die elektromagnetische en chemische basistechnieken, alle basistechnieken die met licht en lenzen te maken hebben, de ploeg, de schaar, het mes, de schoffel, het scharnier en noem maar op. Er valt niet zoveel meer te ontdekken eigenlijk.

Dus die periode lijkt me echt voorbij, die van het ontdekken dus. Zoals alle continenten, eilanden en rivieren in kaart zijn gebracht, zo geldt dat ook voor alle werkingen die in de natuur mogelijk zijn. Tot aan de kern zijn we inmiddels wat dat betreft door gedrongen, tot wat in het diepste wezen van de werkelijkheid alles in werking zet.
We begrijpen weliswaar nog niet alles van wat we daar zien, het hoe en waarom van DNA bijvoorbeeld of het quantum-verschijnsel. En daar is dus nog werk aan de winkel voor natuurkundigen. Daar is nog groei van kennis mogelijk, groei in de kwaliteit van onze kennis met als gevolg ook groei in de kwaliteit van onze technische hulpmiddelen.

Maar als het gaat om gewoon ontdekken, om kijken dus ook met microscopen en andere hulpmiddelen, dan zijn we zo ongeveer aan de grens van onze mogelijkheden aanbeland. Er is nu eenmaal ook zoiets als een kleinste golflengte van licht en voorbij die grens komen, is ook voor komende generaties onmogelijk. Die grens hebben wij inmiddels bereikt, zodat we kunnen zeggen dat zeker 95% van alles in kaart is gebracht of voor mijn part 90%, zeker wat de hoofdlijnen betreft, de basistechnieken bijvoorbeeld.

Er zal misschien altijd wel weer een nieuwe vlinder of nieuw insect worden ontdekt (misschien ontstaan er nog steeds nieuwe soorten), en zoiets zal ook wel gelden voor de technologie. Maar meer dan een marginale verandering zal die ontdekking dan niet teweeg brengen, lang niet zoveel als de eerste telefoon of radio of gloeilamp of bout en moer of zuigermotor of halfgeleider of lens.

Een eeuw geleden was alles nog helemaal anders, primitief nog eigenlijk, bijna middeleeuws. Toen was hooguit 10% van de technologische mogelijkheden in kaart gebracht, een klein deel pas in elk geval. Zelfs vele hoofdlijnen kenden we toen nog niet.
In maar 1 eeuw tijd hebben we dus een enorme groei meegemaakt wat dat betreft, een razendsnelle maar tevens eenmalige groei.
De afgelopen eeuw was wat dat betreft een zeer unieke in de geschiedenis van de mensheid, de eeuw van in kaart brengen. En die kaart is bijna af. En je kan maar 1 keer iets ontdekken.

Technologische vernieuwingen van de toekomst zullen steeds vaker niet meer zijn dan een kwalitatieve verbetering van een bestaande techniek. En dat betekent niet altijd ook een economische groei. Meestal gebeurt er niet veel in de economie als een onderdeel vervangen wordt door een nieuw en beter onderdeel. Denk aan de cd die de lp verdrong, de pc plus printer die de typemachine en tekentafel verdrong, de digitale camera die het fotorolletje gaat vervangen enzovoort. Het nieuwe komt erbij, het oude verdwijnt, en per saldo blijft de kwantiteit gelijk. Terwijl de kwaliteit beter wordt.

En als er al iets kwantitatiefs gebeurt in de economie, dan zal dat eerder een krimp dan een groei zijn. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat we over 10 of 20 jaar allemaal platte beeldschermen in huis hebben, die ook veel lichter in gewicht zijn dan beeldbuizen en ook minder energie verbruiken.
Als die omwenteling voorbij is, zullen we zien dat de bedrijfstak (en de hele bedrijfskolom ook) die beeldschermen (en voorheen dus beeldbuizen) maakt, is gekrompen, omdat men met minder arbeidskracht en minder materiaal de wereld kan voorzien van beeldschermen.
En zo zal het met vele producten gaan, zeker wanneer eenmaal elk huishouden is voorzien van een beeldscherm, wasmachine enzovoort (tot die tijd zal de economie natuurlijk mondiaal blijven groeien, maar niet meer in het Westen omdat de arme landen zelf producent zullen zijn).

Er zal ook integratie op treden, zodat men in huis slechts 1 kastje nodig heeft voor alle inkomende en uitgaande communicatie en informatie, met dan verspreid door het huis losse beeldschermen en eenvoudige toetsenbordjes. Nu moet je eerst een pc leren beheersen om internet op te kunnen gaan. Dan is dat echter niet meer nodig en kan iedereen simpel bladeren op internet, zonder dat er iets fout kan gaan, zonder dat men iets van software hoeft af te weten. Je gaat dan op internet naar bijvoorbeeld een Tekstverwerker website en schrijft dan daar je brief.
Ook zo'n integratie betekent natuurlijk per saldo een economische krimp en dergelijke ontwikkelingen zullen op vele terreinen gaan optreden omdat verbetering van de kwaliteit nu eenmaal vaak een vereenvoudiging met zich mee brengt.

Dus verwacht geen verdere economische groei meer in de toekomst en kijk ook terug op de uniekheid van de voorbije eeuw. Op dit moment is de informatie- en communicatie-technologie nog volop in ontwikkeling en zorgt daarom voor economische groei. Maar over 10 of 20 jaar zal die ontwikkeling wel zo ongeveer zijn uit gekristalliseerd en dan is de kwantitatieve groei voorbij.
Zie ook hoe uniek de periode is waarin we leven. En als u dat ziet, dan ziet u ook dat we op een belangrijk keerpunt zijn aanbeland, of we dat nu willen of niet. We beleven nu het einde van het tijdperk van ontdekken, en ontdekken doe je maar 1 keer.

1. Want dat er niet veel meer te ontdekken en in kaart te brengen valt, dat is gewoon een feit. Alleen een gek gaat nog op zoek naar nieuwe continenten.
2. Dat de voorbije eeuw, economisch bezien, vooral in het teken stond, en nog steeds staat, van dat ontdekken, ook dat is een feit. Innovatie is nog steeds het sleutelwoord daar.
3. Dat de vernieuwingen in de toekomst meer en meer kleinere kwalitatieve verbeteringen van reeds bestaande producten zullen zijn, ook dat lijkt me gewoon een feit.
4. Dat een kwalitatieve groei vaak een kwantitatieve krimp met zich mee brengt (minder materiaal en arbeid), ook dat lijkt me een feit.
5. Dat de komende tijd heel anders zal zijn dan de voorbije eeuw, is dus ook een feit.

En het lijkt me beter om dat alvast in de geest, en de politiek ook, te aanvaarden, zodat we ons er op kunnen voor bereiden en niet maar door blijven hollen in een blind geloof in eeuwige economische groei.
Stop dus ook de bouw van die Betuwelijn, simpel omdat hij altijd overbodig zal blijken te zijn. De hoeveelheid te vervoeren goederen zal namelijk gaan krimpen, over 10 jaar of 20 jaar maar zeker binnenkort, en deste meer als we ook andere verstandige veranderingen door voeren zoals standaardisatie van de inwendige techniek van onze producten (zie daarover de filosofie op deze website, onder de s van het alfabetisch register bijvoorbeeld).

eind 1999 - begin 2000
Fabiker.

Naar SiteMapVersie Fabc.nl
(als je deze pagina 'stand alone' ziet)