40 stellingen Fabc.


Wat is filosofie?

Boom der kennis.

Alle wetenschappen bij elkaar kunnen worden getekend als een boom, met een tak voor elke wetenschap (vaak met zijtakken).
Filosofie is dan niet gewoon een tak maar de stam van de boom inclusief de wortels.
Alle wetenschappen hebben het over ware kennis over de feiten.

Dus vragen voor de filosofie zijn:

  1. Wat is kennis? Wat is ons verstand? Wat is een mens?
  2. Wat is waarheid?
  3. Wat is een feit, het wezen van een feit? Is geest een feit?

Er is eerst een goed antwoord op deze vragen nodig, pas dan zijn (filosofische) antwoorden op meer praktische vragen mogelijk.


Stellingen relationele filosofie

  1. Geest (spirit) kan worden gedefinieerd als de werking van de werkelijkheid. Elke werking speelt als een passen van vormen. Passen aan de voet, dat is de geest (idee) van de schoen.
  2. Geest is een fysisch feit, een zacht feit. Schoen en voet zijn harde feiten, het passen is een zacht, maar fysisch, feit.
  3. Geest speelt niet boven de natuur, maar middenin de natuur, tussen de vormen.
  4. De werkelijkheid bestaat uit drie-eenheden als schoen-passen-voet, bout-schroeven-moer, man-Eros-vrouw, proton-Elektra-elektron, dus vorm-passen-vorm of deel-werking-deel drie-eenheden (materie-idee-materie drie-eenheden).
  5. Er is geen kloof tussen materie en idee, of lichaam en geest. Geest (idee) is de brug tussen de vormen.
  6. Ons verstand kan worden gedefinieerd als een zintuig, een extra (meta) zintuig. Met onze gewone zintuigen ervaren we de vormen, met ons verstand zien we bovendien het passen van vormen. Met ons verstand zien we de (overlevings) technieken van de natuur. En we hebben geen enkel aangeboren idee nodig.
  7. Kwaliteit kan worden gedefinieerd als harmonie in passen van vormen, goed passen.
  8. Kwaliteit behoort tot de wetenschappelijke waarheid. Hoe beter het passen, deste waarachtiger de schoen.
  9. Met ons verstand ervaren we de Kwaliteit=Geest van het leven.
  10. Onze 'geest' is een zien van geest. We zijn geen scheppers maar slechts ontdekkers en her-scheppers.
  11. De mens is het enige vrije wezen op aarde, vrij van overbodige technieken aan zijn lichaam, vrij om overal te leven, met behulp van zijn overlevingstechnieken. Een vogel is niet vrij maar zit gevangen in de vliegmachine die hij is.
  12. De mens is ook het enige echt genietende wezen op aarde. We proeven, ruiken, horen, zien en voelen goed passen, en dan genieten we.
  13. Naakt zijn is erg handig, als je een verstand hebt (om een jas in een vacht te zien).
  14. Het niet materiële passen bepaalt alles, ook de vormen. En er is alleen maar vorm. Geest bepaalt en maakt materie. In het begin was er licht (Elektra).
  15. Ons verstand is slechts een middel, een kaart, en niet het doel.
  16. Begrijpen is een voelen, aanvoelen.

Over taal

Hoe belangrijk is taal? We moeten dan eerst weten wat taal is.

  1. Omdat we passen van vormen zien, kunnen we klankvormen tekenen als lettervormen.
  2. Met die lettervormen bouwen we woorden. Een woord begrijpen is passen van vormen zien. In een woord zien we vaak dat een open klank, een klinker als a e i o u, omsloten wordt door meer gesloten klanken, medeklinkers.
  3. Met deze woorden bouwen we zinnen. We gebruiken naamwoorden om de vormen uit te drukken, werkwoorden om de werkingen uit te drukken.
  4. De vorm-werking-vorm drie-eenheid van de werkelijkheid is de naamwoord-werkwoord-naamwoord drie-eenheid van de taal.
  5. De eenvoudigste zin is: Vorm past bij vorm. Die zin beschrijft het eenvoudigste feit.

Dot.
Meest simpele feit is een verhouding.

Een woord is het label dat we gebruiken om een beeld in ons geheugen op te slaan (zie ook 'Nummertaal' onder 'Subsites').

label: fiets
Fabike.
label: fietsen
Fabike.

Over wetenschap

  1. De werkelijkheid bestaat uit: 1. (statische) Vormen. 2. (dynamische) Werkingen.
  2. Een wetenschap kan bestuderen: 1. Een type vorm (de vogel, het oog). 2. Een type werking (het vliegen, het kijken en zien).
  3. Wetenschappen van werkingen dienen beter te worden ontwikkeld. We weten nu bijna alle feiten, maar hebben we zicht op de samenhang, de werking?

Over waarheid

  1. Alleen uitspraken over de afmetingen van afzonderlijke vormen zijn objectief, dus altijd en overal waar.
  2. Alle andere uitspraken over afzonderlijke vormen zijn relatief. Een schoen is slechts schoen om een mensenvoet. Een roos is slechts bloem in omstandigheden als op aarde.
  3. Uitspraken over vorm-passen-vorm drie-eenheden zijn ook objectief. 'Schoen past om mensenvoet' en 'Moer schroeft om bout' zijn altijd en overal waar.
  4. De kwaliteit (goed passen) behoort tot de wetenschappelijke waarheid. Een ding genoemd schoen dat aan geen enkele mensenvoet past, is geen schoen.
  5. Pleiten voor een harmonieuze wereld is niet alleen een kwestie van politieke voorkeur, maar een wetenschappelijke plicht.
  6. De uitspraak 'De huidige mondiale mensenmaatschappij is onwaarachtig' is wetenschappelijk waar.

Aardse mensenfiets. Eivormige mens.
Een fiets is slechts fiets voor de aards gevormde mens.


Over natuurkunde

  1. In de natuurkunde is de belangrijkste vorm-passen-vorm drie-eenheid, de proton-Elektra-elektron drie-eenheid.
  2. Zoals het immateriële schroeven (schroefdraad-idee) bout en moer bepaalt (maakt), zo maakt Elektra proton en elektron.
  3. Licht (Elektra) reist niet door de ruimte, maar is (dynamische) ruimte.
  4. Zoals een hele schroef-omwenteling de kleinste schroef-werking is (in verschillende afmetingen), zo is het kwantum de kleinste Elektra-werking (ook in verschillende afmetingen, golflengten).
Kleinste werking.

Wat in de bout-schroeven-moer drie-eenheid speelt tussen bout en moer, schroeven dus, kunnen we begrijpen, zelfs grijpen, voelen. Misschien is de werking tussen proton en elektron, Elektra dus, ook een soort schroeven, maar dan een 3-dimensionaal schroeven, of zelfs 6-dimensionaal als je linksom-draaiend en rechtsom-draaiend als 2 verschillende dimensies ziet. Het proton zou dan een soort bout-vorm in 6 richtingen kunnen zijn (iets als 66) terwijl het elektron als moertje om een van die richtingen schroeft (iets als ). Overigens is 66 / = 1836,12 en dat is ook de massa-verhouding tussen proton en elektron.
De positieve lading van het proton correspondeert dan met de buiten-schroefdraad op een bout, terwijl de negatieve lading van het elektron als de binnen-schroefdraad in een moer is.
Misschien is een straal licht dus als een schroeven. De straal reist dan niet door de ruimte, maar spint alleen maar, schroeft. En hoe dunner de draad is (= hoe korter de golflengte), deste sneller spint hij (= hoe hoger de frequentie).
Een boodschap (foton) is dan als een moertje dat zelf niet spint, zodat het beweegt langs de schroevende schroefdraad van licht. Een materieel deeltje echter schroeft zelf mee, als gefixeerd in het veld van licht. Een proton is dan gefixeerd binnen het schroeven terwijl een elektron aan de buitenkant spint. En het is maar een vergelijking natuurlijk.

Lopende mens.Gele auto animatie.

De 'snelheid' van het licht is in elk geval geen snelheid als van een ding. De beweging van het veld van licht is volgens mij het scheppen van eindige ruimte. Licht reist niet door de ruimte maar is dynamische ruimte.

In 1951 schreef Einstein dat hij na 50 jaar denken nog steeds het kwantum niet begreep. Volgens mij is een kwantum niet een kleinste schepping maar een kleinste scheppen. In termen van bouten en moeren, is het kwantum niet de bout, niet de moer, ook niet de schroefdraad, maar het idee achter de schroefdraad. Een idee dat zich verwerkelijken kan.
Wij zouden zoiets intelligentie noemen, in onze robots bijvoorbeeld. Het veld van licht is dus volgens mij intelligentie, super-intelligentie zelfs, in staat tot aanpassen aan omstandigheden, in de evolutie van het leven maar ook op kwantum-niveau. We zien intelligent aanpassen op kwantum-niveau.
Het materiaal is overigens slechts ruimte, beperkte ruimte. En het is de eindigheid van ons licht dat beperkt. Het kwantum is dan de meest fundamentele activiteit van beperken. En dat beperken is een scheppen, van eindige ruimte.

In termen van muziek; het veld van licht is niet alleen golven maar ook melodie (geest) in de golven.
Wij zien ook die intelligentie in de natuur en we noemen dat natuurkunde-wetten. Die intelligentie is echter niet alleen passief maar ook actief. In termen van muziek; niet alleen de melodie maar ook de muzikant of componist.
Wanneer wij onze intelligentie gebruiken om bouwwerken te maken, gebruiken we inert materiaal en daarom duurt alles tijd voor ons. De super-intelligentie van het veld van licht heeft echter geen tijd nodig, maar maakt juist tijd, schept zijn eigen materiaal.

Kunnen we die intelligentie van het veld van licht ook meten? We kunnen regelmaat in een opeenvolging van tonen of golven meten. Maar meten we dan ook (de schoonheid van) muziek? Nee. Muziek bestaat, leven bestaat, dat is zeker. Maar de essentie van die kwalitatieve fenomenen overstijgt per definitie ons kwantitatieve begrip. De produkten van die super-intelligentie kunnen we echter wel aan den lijve ervaren, de werkelijkheid als concert, met onszelf daarin als danser, als muzikant of gewoon als luisteraar.

Als we de werking van de werkelijkheid (schroeven, Eros, Elektra) definiëren als geest, is er ook ruimte voor geest in de fysica.


Een betere wereld

  1. Een mens is gebouwd om vrij te zijn, en om harmonie te ervaren in passen van vormen.
  2. Dus het doel van ons leven zou kunnen zijn: maken van een vrije en harmonieuze wereld, goed passend bij alles en iedereen.
  3. Elk mens kent zijn of haar eigen waarheid, past op een eigen manier, passend bij de eigen vorm. Het is de ander die jou tot iemand maakt.

De mensheid vond het niet leuk, toen de wetenschap duidelijk maakte dat de aarde niet het centrum van het universum is. Onze natuurlijkheid aanvaarden vereist een nog grotere verandering. We moeten ons verstand gaan zien als gewoon een middel, taal en wetenschap als gewoon een middel, economie als gewoon maar een middel en niet het doel. We moeten de waarheid aanvaarden dat lichamelijk genieten (of verzachten van de pijn) het enige is wat we echt willen. We moeten aanvaarden dat we geen scheppers zijn maar slechts ont-dekkers. Nederigheid, dat hebben we nodig, ten opzichte van de natuur.

Die nederigheid is ook nodig om deze relationele kijk te kunnen aanvaarden. Je hebt dan geloof nodig, in de zin van weten dat niet alles kan worden begrepen, muziek bijvoorbeeld. Toch ervaren we een waarheid als we leven of muziek ervaren, geen wetenschappelijke waarheid en dus slechts geloof, vertrouwen. En daarom juist genieten we, van onbegrijpelijke waarheden.
Je kan ons weten, ons bewustzijn, zien als een ui met aan de oppervlakte ons wetenschappelijke begrip, van bijvoorbeeld de schoen. Echt begrijpen van de schoen doe je echter pas als je er op loopt, de vorm ook past en ervaart. En in de kern vinden we dan genieten, lekker passen. En daar gaat het (ons) om.
Wij in het Westen hebben die ui van kennis binnenstebuiten gekeerd en denken dat ons wetenschappelijke weten op de kern betrekking heeft, en dat geloof en genieten slechts de oppervlakkige buitenkant betreffen; en dat is de wereld op zijn kop.

Ik bedoel ook dit: Het bout-moer-stel (of de schoen) echt begrijpen, betekent ook het Waarom ervan begrijpen, het doel. Zo ook betekent echt begrip van het proton-elektron-stel dat je het Waarom ervan begrijpt. Wetenschappen als de natuurkunde beschrijven (nu) slechts het Hoe van die werkingen. Maar dat is niet genoeg denk ik.

Als je gelooft, in die super-intelligentie, dan ben je niet meer alleen. Je kan denken aan die super-intelligentie als aan een vader, de bron van je eigen intelligentie.
Ik geloof echt, dat door simpel met zijn allen te willen, we deze hel tot een hemel kunnen maken, binnen enkele jaren.



Filosofie van de schoen

Door goed te kijken naar je schoenen, kun je tot belangrijke filosofische inzichten komen. Wat betekent het bijvoorbeeld als je zegt dat je de schoen begrijpt?
Dan zie je de vorm van je voet in de vorm van de schoen. Begrijpen is dan gewoon zien, zien dat twee vormen bij elkaar passen. Begrijpen is dus als zintuiglijke activiteit te begrijpen. Ons begripsvermogen, ons verstand, onze geest, verkeert niet bóven onze zintuigen, maar is een zintuig, een extra (meta) zintuig.
En een schoen is dus ook niet objectief een schoen, maar alleen relatief en zelfs subjectief, alleen voor wezens met de vorm van de mens. Zouden we anders gevormde voeten hebben, dan zouden ook onze schoenen overeenkomstig anders van vorm zijn.
En de waarde, de kwaliteit van de schoen behoort daarom tot de wetenschappelijke waarheid over de schoen. Immers, als een fabrikant 'schoenen' zou maken die aan geen enkele mensenvoet passen, dan zijn die dingen natuurlijk geen schoenen. Dus omgekeerd, hoe beter die dingen dan wél passen, deste waarachtiger zijn het schoenen. Hoe lekkerder de schoen, deste waarachtiger de schoen is. Lekker zijn duidt op waarheid.

En waarom hebben we eigenlijk schoenen? Wel, de mens is naakt en onbeschermd. En de mens moet daarom die bescherming zelf maken en dus eerst ontdekken. En dat ontdekken, dat doen we met ons verstand, dat extra zintuig dus waarmee we passen van vormen zien, de jas in een vacht, de trui in wol, de schoen in leer.
Naakt zijn is dus geen gebrek maar is handig en verstandig, mits je een verstand hebt. En ook het gebruiken van onze vóór-benen als armen en handen is dan handig en verstandig.

Van je schoenen kun je dus veel leren.
En wat dan voor de schoen geldt, dat geldt natuurlijk ook voor de broek, de stoel, de fiets, de bril, de schroevendraaier enzovoort. Al die dingen hebben alleen betekenis voor wezens met ongeveer de vorm van de mens, en zijn ook deste meer waarachtig naarmate ze beter passen bij de mens. En als ik dan kritiek heb op onze Westerse maatschappij omdat ik constateer dat veel zaken niet goed bij elkaar passen, dan is die kritiek niet alleen maar een kwestie van politieke voorkeur, maar kan wel degelijk wetenschappelijk van aard zijn. Als zaken niet goed passen is de waarheid in het geding.

En zoals al onze menselijke gebruiks-artikelen moeten passen bij de vorm van ons menselijke lichaam, zo moet al het leven passen bij de aarde als lichaam. Dus als de omstandigheden op aarde wat betreft atmosfeer, temperatuur, zwaartekracht en licht anders zouden zijn, dan zouden ook alle levende wezens en hun organen een andere vorm hebben. En ook een bloem is dus niet objectief een bloem maar alleen in omstandigheden als op aarde. En hoe beter de bloem dan past, deste waarachtiger is het een bloem.

En de werkelijkheid bestaat dus niet zozeer uit een verzameling afzonderlijke vormen, maar uit drie-eenheden, vorm-passen-vorm drie-eenheden als schoen-passen-voet, licht-openen-bloem, oog-vangen-licht, hart-pompen-bloed, bout-schroeven-moer, man-Eros-vrouw en uiteindelijk altijd proton-Elektra-elektron.
En als we het dan over geest of idee hebben, de geest in de machine, het idee van de schoen, de levensgeest, dan bedoelen we altijd die werkingen die daar in de leegte spelen, overal waar vormen passen bij andere vormen. Geest is dus in de Relationele kijk een natuurlijk feit.
En onze menselijke geest is dus eigenlijk geen geest maar slechts een zintuig voor geest. En als we dan de vormen goed kunnen zien, zoals de vormen van bout en moer, dan begrijpen we ook de werking die daar speelt, schroeven in dit geval. Maar de vormen van proton en elektron kunnen we (nog) niet zien, en daarom snappen we ook Elektra nog niet goed.

Al met al belangrijke filosofische inzichten, over kennis in het algemeen, over waarheid, over de mens, over geest. Een kloof tussen lichaam en geest, of materie en idee, bestaat niet meer in de Relationele filosofie. Immers, met lichaam bedoelen we nu bijvoorbeeld schoen plus voet of hart plus bloed, en met geest bedoelen we die werkingen, het passen van de schoen, het pompen en kloppen van je hart, Eros, Elektra. Geest speelt niet boven de natuur maar midden in de natuur, als brug tussen alle vormen.
En bijvoorbeeld Plato's bovennatuurlijke wereld van ideeën blijkt dan helemaal niet nodig te zijn. We hebben geen aangeboren eeuwig idee van de schoen of de bloem nodig om de schoen en bloem te kunnen begrijpen. We hoeven alleen maar goed te kijken en dan zien we passen van vormen. En Hegel's filosofie, waarin alles Geest is die zich op de dialectische wijze van these-antithese-synthese ontwikkelt, blijkt dan zo gek nog niet te zijn, zij het dat ik de synthese liever in het midden plaats, de synthese als werking in de vorm-werking-vorm drie-eenheid. Maar Hegel wist Geest niet te definiëren, terwijl de Relationele filosofie dat wel doet. Geest dat is het lekker passen van je schoenen.

19-5-2004 | 25-1-2005 | 26-12-2005
Jan Helderman

Naar SiteMapVersie Fabc.nl
(als je deze pagina 'stand alone' ziet)